De Dow-Jonesindex van dertig toonaangevende fondsen sloot op 13.518 punten,
wat neerkomt op een winst van 44 punten ofwel 0,3 procent. De breed
samengestelde S&P 500 kwam niet verder dan een plus van 0,1 procent. Deze
index sloot 1,82 punt hoger op 1488,4 punten. De schermenbeurs Nasdaq daalde
2,6 punten (0,1 procent) naar 2668,5 punten.

Woensdag kwam een groep belangrijke centrale banken onverwacht in actie. Door
gezamenlijk op te trekken hopen zij met forse kapitaalinjecties de geldmarkt
draaiende te houden. De actie wordt geleid door de Amerikaanse Federal
Reserve. De centrale banken van de eurozone, Groot-Brittannië en Zwitserland
doen er ook aan mee.

Op de geldmarkt lijkt het gezamenlijk opereren van de centrale banken
niet al te veel effect te hebben. De zogeheten Libor-rente, een belangrijke
rente voor het interbancair verkeer, daalde maar licht. Dat wijst erop dat
er nog steeds het nodige wantrouwen heerst tussen banken onderling.

Door risicovolle investeringen in de Amerikaanse hypotheeksector zijn diverse
financiële instellingen voor miljarden het schip ingegaan. Alleen tegen
hogere rentetarieven durven ze nog geld uit te lenen.

Dat de winstgevendheid van Amerikaanse banken nog niet optimaal is,
bewees zakenbank Lehman Brothers donderdag. Bij de presentatie van zijn
kwartaalcijfers maakte de bank melding van 2,2 miljard dollar aan
afschrijvingen op hypotheken. Verder werd bekend dat de winst met 11 procent
was gedaald. Dat laatste viel de beleggers nog mee.

Lehman Brothers, de op drie na grootste zakenbank van de VS, verloor op de
beurs 0,7 procent van zijn waarde en kwam daarmee nog aardig weg. Andere
financiële instellingen kregen het zwaarder te verduren. Merill Lynch
verloor 1,7 procent en de al geplaagde Bear Stearns leverde 2,4 procent in.
Het aandeel van Goldman Sachs werd 2 procent minder waard.

De beleggers moesten het verder doen met macro-economisch nieuws. Zo
werd bekend dat vorige maand de detailhandelsverkopen in de VS met 1,2
procent omhoog gingen, terwijl de producentenprijzen 3,2 procent stegen.
Volgens beleggers verkleinen deze cijfers de kans op een nieuwe
renteverlaging, terwijl de financiële markten dat wel graag zouden willen
zien.

Dat de Dow toch nog met winst eindigde, kwam mede door toedoen van
industrieconcern Honeywell International. Dit bedrijf verwacht volgend jaar
een winstgroei van 16 tot 21 procent en daar konden de beleggers prima mee
leven. Het Dow-fonds ging meer dan 5 procent omhoog en stak daarmee met kop
en schouders boven de rest uit. Andere stijgers waren onder meer Boeing,
Microsoft en Hewlett-Packard.

Op de valutamarkt ging de koers van de dollar in de loop van de dag wat
omlaag. De Amerikaanse munt noteerde 0,6835 euro, wat de Europese munt
1,4625 dollar waard maakt. In Amsterdam noteerde de euro aan het eind van de
dag 1,4585 dollar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl